Leer ze (liever) lezen!

Inleiding

Uit het PIRLS-onderzoek blijkt dat de leesvaardigheid van Vlaamse jongeren uit het basisonderwijs snel achteruitgaat.
Bovendien verlaten veel jongeren het onderwijs met een lage mate van leesplezier. Hun enthousiasme om later nog een boek vast te nemen, is laag. 
Een belangrijke uitdaging van het onderwijs is om van onze leerlingen vaardige en enthousiaste lezers te maken. Ook begrijpen wat ze lezen is een belangrijke vaardigheid.

Heb je kinderen in de klas die een andere thuistaal hebben en daardoor moeilijker tot lezen komen?
Wil je de kinderen uit jouw klas met plezier een boek zien vastnemen?
Vraag je je af hoe je de kleuters uit jouw klas een goede ‘leesstart’ kan meegeven?
Zou je het leesbeleid in jouw school willen opkrikken?
Zit je met je handen in je haar over hoe je leesproblemen kan aanpakken?

Deze studiedag biedt een antwoord op bovenstaande vragen.

Donderdag 27 september 2018

8.30 - 9.00 uur: onthaal met koffie in de hall van gebouw Q

9.10 - 10.25 uur: plenumlezing: Leer ze (liever) lezen! Wat vraagt dat?
Dr. Kees Vernooij was lector Effectief taal- en leesonderwijs aan de hogeschool Edith Stein in Hengelo. Eerder werkte hij als leraar basisonderwijs. Hij was wetenschappelijk projectleider van diverse leesinterventietrajecten, publiceert over diverse aspecten van taal/lezen en begrijpend lezen bv. over het verbeteren van scholen met tegenvallende resultaten. Hij is pleitbezorger voor op wetenschappelijke kennis gebaseerde onderwijsvernieuwingen. In 2006 ontving hij de BVOA-award voor beste onderwijsadviseur van Nederland.

De meest elementaire vaardigheid die bijna alle kinderen in de basisschool opdoen, is leren lezen; leesvaardigheid is een voorwaarde voor alle leren en vormt de basis voor alle vakken waarbij teksten aan de orde zijn. Goed leren lezen is zowel nodig voor de schoolloopbaan, het sociaal-emotioneel functioneren (zelfvertrouwen) en het latere maatschappelijk functioneren van leerlingen. Het uiteindelijke doel van effectief leesonderwijs is dat elke leerling een goede begrijpende lezer wordt. Bovendien vraagt levenslang leren om een goede leesvaardigheid van mensen.

Het is een ernstig probleem, dat de leesprestaties van leerlingen in Nederland en Vlaanderen in de afgelopen jaren geleidelijk zijn afgenomen. Als we als scholen willen dat elk kind dat na het 6e leerjaar als lezer de school verlaat, vraagt dat om krachtig georganiseerd leesonderwijs van de school, maar ook om een inzet en goede professionaliteit van alle leraren van de kleutergroepen tot en met het zesde leerjaar. Alle kinderen leren lezen moet namelijk als een fundamentele leraarvaardigheid worden gezien. Maar hoe worden kinderen een goede lezer? Onderzoek toont dat zo’n 15% van de kinderen uit de kleutergroepen thuis leert lezen. Aan de andere kant is een belangrijk inzicht dat de meeste leerlingen het moeten hebben van de leesinstructie die leraren bieden in het 1e tot en met het 6e leerjaar. Daarbij geldt in het bijzonder dat de leraar van het 1e leerjaar cruciaal is voor een goede leesstart van de kinderen. Onderzoek toont namelijk dat kinderen die in het eerste leerjaar niet goed leren lezen zelden een goede lezer worden. Aan de andere kant is het belangrijk voor de leesontwikkeling van kinderen, en in het bijzonder van risicokinderen dat er in alle leerjaren leesonderwijs wordt gegeven, o.a. om terugval in leesvaardigheid in de leerjaren 5 en 6 te voorkomen, maar ook dat er effectieve interventies voor deze risicolezers plaatsvinden om hun leesvaardigheid te verbeteren.

Goed leren lezen is een mensenrecht! (Lyon, 2001)

Koffiepauze (10.25 – 10.50 uur) in de hall van gebouw Q

10.50 - 12.05 uur: Keuzesessie reeks 1
1.01 Beter en graag lezen voor elke leerling: naar een duurzaam leesbeleid op school
Iris Vansteelandt is lector en onderzoeker aan de AP Hogeschool Antwerpen (departement Onderwijs en Training) en ook verbonden aan de onderzoeksgroep Taal, Leren en Innoveren (UGent).

Dat lezen een sleutelvaardigheid is op school en ook breder voor het participeren aan het dagelijkse leven in onze hedendaagse maatschappij, staat buiten kijf. Talrijke studies wijzen er immers op dat goed en graag lezen samenhangt met schools en maatschappelijk succes. Bovendien blijkt uit deze studies dat een leesbevorderend klimaat in de klas en op school cruciaal is om op een positieve manier te sleutelen aan de leesmotivatie en leesvaardigheid van leerlingen. Een sterk uitgewerkt leesbeleid vormt daarbij een belangrijke meerwaarde. In deze sessie zoomen we in op de bouwstenen van een goed leesbeleid en een mogelijke praktische uitwerking ervan.
(deze sessie is geschikt voor leerkrachten kleuter- en lager onderwijs, zorgcoördinatoren, directies en beleidsmedewerkers)

1.02 Een lijn in (begrijpend) luisteren en lezen voor de ganse basisschool
Fons Exelmans is gewezen opleidingsverantwoordelijke van de banaba’s buitengewoon onderwijs en zorgverbreding en remediërend leren in Limburg/coach van/voor leerkrachten en scholen.

Als bijna alle kinderen een voldoende niveau halen voor begrijpend/studerend lezen aan het einde van de basisschool, dan hebben we goed werk geleverd en een essentieel doel bereikt. Onderzoeken tonen aan dat we deze doelstelling niet echt (meer) halen. Daar zijn verschillende oorzaken voor. Hierop gaat deze sessie niet (nauwelijks) in. Wat dan wel? Er wordt een leerlijn van 4 tot 12 jaar geschetst met concrete tools. De implementatie van deze leerlijn kan in uw school ervoor zorgen dat deze doelstelling wel voor een meerderheid van de kinderen wordt gehaald. Do's (en dont's) voor de kleuterschool en alle graden van de lagere school worden toegelicht.
(deze sessie is geschikt voor leerkrachten kleuter- en lager (buitengewoon) onderwijs, zorgcoördinatoren, directies en beleidsmedewerkers)

1.03 Ik lees elke dag! Een praktijkvoorbeeld van Kwartiermakers
Ingrid van Hoof en Birgitta Van Alsenoy zijn allebei leerkracht lager onderwijs. Ze hebben jarenlang ervaring als klasleerkracht en zijn op hun school de trekkers van de werkgroep Boekpromotie. Sinds schooljaar 2016-2017 stapten ze als school mee in het project ‘Kwartierlezen’.

Van het belang van lezen hoeven we niemand meer te overtuigen. Kinderen die veel lezen, hebben een grotere woordenschat dan kinderen die weinig lezen én hebben meer inzicht in de opbouw van teksten. Met een hogere leesvaardigheid worden bovendien ook andere vakken toegankelijker en kunnen kinderen hun talenten beter ontwikkelen. Lezen is kortom van cruciaal belang.

Door elke dag één kwartier vrij te lezen, ontstaat een echt leesritueel op school.

Wij bieden een praktijkvoorbeeld aan van Kwartierlezen op onze school. We halen onze inspiratie uit de navormingen die we bij Kwartiermakers (o.l.v. Daniëlle Daniels) volgen.
(deze sessie is geschikt voor leerkrachten lager (buitengewoon) onderwijs 2de en 3de graad en zorgcoördinatoren)

1.04 Ik kan wél lezen! Samen leesmoeilijkheden aanpakken
Ria Van den Eynde studeerde taal– en letterkunde aan UA en doceert didactiek Nederlands aan studenten Lager Onderwijs (KDG). Verder verzorgt ze ook de module ‘Hardnekkige lees-en spelproblemen‘ aan studenten Banaba Zorgverbreding. Haar interesse gaat uit naar het zoeken van goed theoretisch onderbouwde werkvormen die kinderen brengen tot (leren) lezen en tot het ontdekken van  jeugdliteratuur. Kinderen met leesmoeilijkheden toch aan het lezen te krijgen, is hierbij een belangrijke uitdaging.

Door het (blijvend) worstelen met technisch lezen komen sommige leerlingen niet tot leesbegrip en liggen demotivatie en frustratie op de loer. Hoewel zij houden van verhalen en leergierig zijn, laten zij lesmateriaal liever links liggen.

In deze sessie focussen we op wat leerlingen wel kunnen en zoeken we vanuit deze sterktes naar andere toegangswegen om hen tot (beter) lezen te brengen. Concreet besteden we aandacht aan:

  • de kracht van én schrijven én lezen;
  • het werken met extra visuele en motorische ondersteuning;
  • het aanbieden van routines;
  • het aanbieden van functionele en motiverende lees- en/of schrijfopdrachten waarin het technische aspect van lezen verstopt zit en waaraan een leerling plezier beleeft.

In het aanbod worden aspecten van  methodes als Connect, Taal in blokjes, Flits, Grip op lezen, Bliksemlezen, de Alfabetcode, Begeleid hardop lezen, Tijgerlezen, enz. verwerkt.
(deze sessie is geschikt voor leerkrachten lager onderwijs en zorgcoördinatoren)

1.05 Hoe kom je bij kleuters tot echt praten over boeken (verder dan ‘en nu maken we er een tekening bij’)
Ilona Plichart heeft ruime ervaring met moeilijke lezers en hoe die naar boeken te brengen. Ze heeft ervaring als leesbevorderaar, redacteur, trainer en leidinggevende. Nu is ze actief als zelfstandig trainer en coach. Expertises: moeilijke lezers, praten over boeken…

Kan je met kleuters diep graven in boeken? Ja hoor, dat kan. In deze sessie leggen we een aantal mooie boeken voor en onderzoeken we samen hoe je in deze boeken kan duiken samen met je kleuters. Er zijn zoveel mooie boeken; het is de moeite om kleuters te laten kennismaken met vele facetten van de tekst, de prenten, de emoties, het verhaal… Zo kom je verder dan: ‘Nu maken we bij dit verhaal een mooie tekening’.
(deze sessie is geschikt voor leerkrachten (buitengewoon) kleuteronderwijs en zorgcoördinatoren)

1.06 Leesstrategieën oefenen met Nieuwsbegrip
Jan T’Sas, praktijkassistent Nederlands in de lerarenopleiding en docent Taal en Leren aan de Universiteit Antwerpen, coördinator van Nieuwsbegrip Vlaanderen. Expertise als leraar tso-bso, wetenschappelijk onderzoeker bij Karel de Grote Hogeschool.

Begrijpend lezen is een zorgenkindje geworden: de leerlingen doen het niet zo graag en ook niet meer zo goed en teksten zijn vaak niet aangepast aan de actualiteit of aan hun leefwereld. Bovendien verwerven leerlingen onvoldoende de moeilijkere leesstrategieën, zoals een tekst samenvatten of verbanden leggen… De remedie is daarmee gegeven: werken met actuele teksten op verschillende leesniveaus, meervoudige intelligentie aanspreken en regelmatig en gericht leesstrategieën oefenen waarvan wetenschappelijk bewezen is dat ze werken.

Deze sessie omvat theorie, observatie, discussie en praktische oefeningen:

  • Inzoomen op de didactiek van begrijpend lezen: welke leesstrategieën werken effectief? Wat is de impact van modellerend lesgeven? Wat bepaalt het niveau van een tekst voor het leesbegrip? Hoe differentiëren?
  • Introductie Nieuwsbegrip: wekelijks teksten over een actueel onderwerp met opdrachten en instructies voor de leraar. Werken met stappenplan, woordhulp, leesstrategieën, denkactiviteiten, tools voor het digibord, filmpjes… Differentiëren via twee of drie leesniveaus.

(deze sessie is geschikt voor leerkrachten lager onderwijs 2de en 3de graad)

1.07 Hoe voorleesgedrag van eentalige en anders- of meertalige ouders onder de loep nemen
Charlotte Mostaert is logopedist en werkt als docent en onderzoeker aan de opleiding Logopedie en Audiologie van Thomas More. Ze is ook coördinator van het postgraduaat Meertaligheid voor logopedisten.

Voorlezen is belangrijk voor de taalontwikkeling van kinderen. Hun woordenschat groeit, het stimuleert de sociale ontwikkeling en bevordert het schools presteren. Daarenboven versterkt het de relatie tussen ouder en kind. Zijn alle ouders zich echter bewust van deze voordelen? Lezen ouders uit meertalige gezinnen evenveel voor als eentalig Nederlandstalige ouders?

Uit resultaat van een onderzoek (naar het voorleesgedrag van eentalige en anders- of meertalige ouders van kleuters uit Groot-Antwerpen-Bachelorproef Alanis Mariën) blijkt dat veel ouders voorlezen aan hun kinderen, maar dat het toch belangrijk blijft om ouders te stimuleren om vroeg en regelmatig voor te lezen. Als eentalige en meertalige ouders meer ingelicht worden over het nut van voorlezen in functie van taalstimulering, zouden ouders aangezet worden om meer voorleesmomenten in te plannen.

De resultaten van dit onderzoek worden gekoppeld aan een boekenproject dat uitgevoerd werd in Freinetschool De Regenboog in Turnhout. 

Je leert o.a. meertalige voorleessessies uitwerken in samenwerking met ouders.
(deze sessie is geschikt voor leerkrachten en zorgcoördinatoren kleuteronderwijs)

1.08 Zin en onzin van leestoetsen
Lieven Coppens is onderwijzer en klinisch ontwikkelingspsycholoog. Hij heeft jarenlange ervaring met leer- en ontwikkelingsstoornissen. Lieven is eigenaar van de Nieuwsbrief Leren, auteur van het boek ‘AVI-binnenstebuiten’, gecertificeerd trainer ‘Leren zichtbaar maken’.

Moet je het leesniveau van (alle) leerlingen toetsen? Niet als het resultaat daarvan is dat je de leerlingen terroriseert met het behalen van een steeds hoger leesniveau. Wel als je te weten wil komen wat de zwakke lezers nodig hebben om te (kunnen) groeien in hun lezen. Het is een feit dat de leesontwikkeling veel langer doorloopt dan de periode die gedekt wordt door de oude AVI-leeskaarten van 1994.

In deze sessie gaan we dieper in op de stelling dat leestoetsen slechts zinvol zijn als ze de basis vormen van de groei van de individuele leerling. Waar de leesontwikkeling vlot verloopt, hoeft er niet noodzakelijk getoetst worden. Waar toetsen nodig is, pleiten we ervoor om recente en goed genormeerde toetsen te gebruiken die toelaten om de groei van leerlingen over de grenzen van alle leerjaren in kaart te brengen.

Daarnaast geven we concrete tips hoe je de leesontwikkeling van alle leerlingen kunt bevorderen door hun eigenaar te maken van hun leesproces.
(deze sessie is geschikt voor leerkrachten lager (buitengewoon) onderwijs, zorgcoördinatoren, directies en beleidsmedewerkers)

Middagpauze met broodjesmaaltijd in de hall van gebouw Q van 12.05 tot 12.50 uur

12.50 - 14.05 uur: Keuzesessie reeks 2
2.01 Boekenaanbod: wat maakt een boek tot een goed boek?
Inge Umans gaf verschillende jaren les in het basisonderwijs; momenteel komt ze nog projectmatig in scholen (met kamishibai en met ‘boekenkasten’). Inge recenseerde voor o.a. pluizer & pluizuit, voert nieuwe titels in op boekenzoeker.org en maakt lessuggesties op leesplan.nl. Ze is grote liefhebber van kamishibai en schreef hier een praktisch handboek over: “Aan de slag met kamishibai”.

In deze interactieve sessie wandel je door het boekenlandschap en leer je het bos door de bomen zien. Wat maakt een boek tot een goed boek? Hoe prikkel je kinderen bij wie het lezen lastig is om ook van boeken te genieten? Welke boeken gebruik je bij anderstalige kinderen? Leesplezier start bij boekplezier! Er zijn boeken om mee te spelen, om samen te lezen, om in te kijken en zelf te lezen. Er zijn mooie alfabetboeken, fotoboeken, poëziebundels en informatieve boeken. Een breed palet, een gevarieerd menu!
(deze sessie is geschikt voor leerkrachten kleuter- en lager (buitengewoon) onderwijs)

2.02 Taalontwikkeling, begrijpend luisteren, ontluikende geletterdheid en zelfsturing stimuleren via voorlezen
Fons Exelmans is gewezen opleidingsverantwoordelijke van de banaba’s buitengewoon onderwijs en zorgverbreding en remediërend leren in Limburg/coach van/voor leerkrachten en scholen.

Een waardevolle kapstok voor een effectief taalbeleid in de kleuterschool is, volgens ons, de manier waarop we aan onze kleuters voorlezen. Welke manier? Als dat wekelijks, interactief, hardop denkend, in kleine groep - met een gradatie in bijwijzen en functioneel gebeurt - hebben we een krachtige tool voor spoor één. Wanneer daaraan pre-teaching en herhaling gekoppeld worden, zitten we goed voor spoor twee. Bijkomend kan op spoor twee de voorschotbenadering ingezet worden voor kleuters die daaraan nood hebben. Tijdens de sessie wordt het geheel gekaderd en veel voorgedaan. Nadien wordt er geoefend. Aan de deelnemers wordt gevraagd een voorleesverhaal mee te brengen dat op dat moment in de klas gebruikt wordt.
(deze sessie is geschikt voor leerkrachten kleuteronderwijs en buitengewoon kleuter- en lager onderwijs 1ste graad, zorgcoördinatoren, directies en beleidsmedewerkers)

2.03 Zin en onzin van leestoetsen
Lieven Coppens is onderwijzer en klinisch ontwikkelingspsycholoog. Hij heeft jarenlange ervaring met leer- en ontwikkelingsstoornissen. Lieven is eigenaar van de Nieuwsbrief Leren, auteur van het boek ‘AVI-binnenstebuiten’, gecertificeerd trainer ‘Leren zichtbaar maken’.

Moet je het leesniveau van (alle) leerlingen toetsen? Niet als het resultaat daarvan is dat je de leerlingen terroriseert met het behalen van een steeds hoger leesniveau. Wel als je te weten wil komen wat de zwakke lezers nodig hebben om te (kunnen) groeien in hun lezen. Het is een feit dat de leesontwikkeling veel langer doorloopt dan de periode die gedekt wordt door de oude AVI-leeskaarten van 1994.

In deze sessie gaan we dieper in op de stelling dat leestoetsen slechts zinvol zijn als ze de basis vormen van de groei van de individuele leerling. Waar de leesontwikkeling vlot verloopt, hoeft er niet noodzakelijk getoetst worden. Waar toetsen nodig is, pleiten we ervoor om recente en goed genormeerde toetsen te gebruiken die toelaten om de groei van leerlingen over de grenzen van alle leerjaren in kaart te brengen.

Daarnaast geven we concrete tips hoe je de leesontwikkeling van alle leerlingen kunt bevorderen door hun eigenaar te maken van hun leesproces.
(deze sessie is geschikt voor leerkrachten lager (buitengewoon) onderwijs, zorgcoördinatoren, directies en beleidsmedewerkers)

2.04 Lezen in de startblokken: verkennen, automatiseren én motiveren
Dr. Astrid Geudens is verbonden aan de lerarenopleiding van Thomas More en werkzaam in de onderzoeksgroep taal- en leesdidactiek van de lerarenopleiding en opleiding logopedie en audiologie van Thomas More. Vanuit haar onderzoekswerk over fonologische vaardigheden bij jonge kinderen en aanvankelijk lezen aan de UA maakte ze de brug naar praktijkgericht onderzoek. Verder werkt ze mee als adviseur en hoofdauteur aan methodes voor kleuteronderwijs en aanvankelijk lezen.

Leren lezen doet een nieuwe wereld opengaan en dat blijft. Er kan dan ook niet genoeg aandacht zijn voor een goede leesstart. Die basis ligt reeds in de jaren voordien. Maar hoe breng je kinderen tot de wereld van klanken en letters op een effectieve manier én een manier die bij jonge kinderen past? Wat speelt er zich af in het hoofd van een kind dat leert lezen en hoe ondersteunen we dit proces zodat kinderen vlot woorden en teksten leren lezen en dit ook graag doen. Al ligt de focus hierbij op technische vaardigheden, de sessie maakt duidelijk hoe sterk ze verbonden zijn met begrip, expressie en beleving. Inzichten vanuit wetenschappelijk onderzoek worden vertaald in concrete tips en adviezen voor didactiek, preventie en interventie. Op weg naar beter en liever lezen.
(deze sessie is geschikt voor leerkrachten uit het kleuter- en lager 1ste graad (buitengewoon) onderwijs en zorgcoördinatoren)

2.05 Boekenbabbels: praten over boeken doet liever en beter lezen
Ilona Plichart heeft ruime ervaring met moeilijke lezers en hoe die naar boeken te brengen. Ze heeft ervaring als leesbevorderaar, redacteur, trainer en leidinggevende. Nu is ze actief als zelfstandig trainer en coach. Expertises: moeilijke lezers, praten over boeken…

Hoe praat je echt over boeken? Hoe kan je met leerlingen werken aan diepgang, welke methodieken kan je inzetten?

We bekijken welke vragen werken, we onderzoeken hoe je leerlingen in de diepte kunt laten praten over boeken zodat je verder raakt dan 'ik vind dit leuk'. Hoe kan je leerlingen die minder taalvaardig zijn ook aan het praten krijgen? We kijken ook naar groepsdynamiek: hoe creëer je een veilige omgeving om samen te praten en te delen. We gaan in op de methodiek van Samenlezen, en doen ook ‘uitstapjes’ naar andere methodieken.
(deze sessie is geschikt voor leerkrachten en zorgcoördinatoren (buitengewoon) lager onderwijs)

2.06 Ik kan wél lezen! Samen leesmoeilijkheden aanpakken
Ria Van den Eynde studeerde taal– en letterkunde aan UA en doceert didactiek Nederlands aan studenten Lager Onderwijs (KDG). Verder verzorgt ze ook de module ‘Hardnekkige lees-en spelproblemen‘ aan studenten Banaba Zorgverbreding. Haar interesse gaat uit naar het zoeken van goed theoretisch onderbouwde werkvormen die kinderen brengen tot (leren) lezen en tot het ontdekken van  jeugdliteratuur. Kinderen met leesmoeilijkheden toch aan het lezen te krijgen, is hierbij een belangrijke uitdaging.

Door het (blijvend) worstelen met technisch lezen komen sommige leerlingen niet tot leesbegrip en liggen demotivatie en frustratie op de loer. Hoewel zij houden van verhalen en leergierig zijn, laten zij lesmateriaal liever links liggen.

In deze sessie focussen we op wat leerlingen wel kunnen en zoeken we vanuit deze sterktes naar andere toegangswegen om hen tot (beter) lezen te brengen. Concreet besteden we aandacht aan:

  • de kracht van én schrijven én lezen;
  • het werken met extra visuele en motorische ondersteuning;
  • het aanbieden van routines;
  • het aanbieden van functionele en motiverende lees- en/of schrijfopdrachten waarin het technische aspect van lezen verstopt zit en waaraan een leerling plezier beleeft.

In het aanbod worden aspecten van  methodes als Connect, Taal in blokjes, Flits, Grip op lezen, Bliksemlezen, de Alfabetcode, Begeleid hardop lezen, Tijgerlezen, enz. verwerkt.
(deze sessie is geschikt voor leerkrachten lager onderwijs en zorgcoördinatoren)

2.07 Beter en graag lezen voor elke leerling: naar een duurzaam leesbeleid op school
Iris Vansteelandt is lector en onderzoeker aan de AP Hogeschool Antwerpen (departement Onderwijs en Training) en ook verbonden aan de onderzoeksgroep Taal, Leren en Innoveren (UGent).

Dat lezen een sleutelvaardigheid is op school en ook breder voor het participeren aan het dagelijkse leven in onze hedendaagse maatschappij, staat buiten kijf. Talrijke studies wijzen er immers op dat goed en graag lezen samenhangt met schools en maatschappelijk succes. Bovendien blijkt uit deze studies dat een leesbevorderend klimaat in de klas en op school cruciaal is om op een positieve manier te sleutelen aan de leesmotivatie en leesvaardigheid van leerlingen. Een sterk uitgewerkt leesbeleid vormt daarbij een belangrijke meerwaarde. In deze sessie zoomen we in op de bouwstenen van een goed leesbeleid en een mogelijke praktische uitwerking ervan.
(deze sessie is geschikt voor leerkrachten kleuter- en lager onderwijs, zorgcoördinatoren, directies en beleidsmedewerkers)

2.08 Ik lees elke dag! Een praktijkvoorbeeld van Kwartiermakers
Ingrid van Hoof en Birgitta Van Alsenoy zijn allebei leerkracht lager onderwijs. Ze hebben jarenlang ervaring als klasleerkracht en zijn op hun school de trekkers van de werkgroep Boekpromotie. Sinds schooljaar 2016-2017 stapten ze als school mee in het project ‘Kwartierlezen’.

Van het belang van lezen hoeven we niemand meer te overtuigen. Kinderen die veel lezen, hebben een grotere woordenschat dan kinderen die weinig lezen én hebben meer inzicht in de opbouw van teksten. Met een hogere leesvaardigheid worden bovendien ook andere vakken toegankelijker en kunnen kinderen hun talenten beter ontwikkelen. Lezen is kortom van cruciaal belang.

Door elke dag één kwartier vrij te lezen, ontstaat een echt leesritueel op school.

Wij bieden een praktijkvoorbeeld aan van Kwartierlezen op onze school. We halen onze inspiratie uit de navormingen die we bij Kwartiermakers (o.l.v. Daniëlle Daniels) volgen.
(deze sessie is geschikt voor leerkrachten lager (buitengewoon) onderwijs 2de en 3de graad en zorgcoördinatoren)

2.09 Lezen op de iPad
Peter Saenen, lerarenopleider ICT en wereldoriëntatie basisonderwijs Karel de Grote-hogeschool. Opleidingscoördinator met een helikopterperspectief. Mediawijs met een sterke didactische focus.

“Kinderen kunnen niet meer lezen, en dat is allemaal de schuld van die helse tablets!” Tijdens deze sessie ontkrachten we (gedeeltelijk) deze stelling. Een iPad kan, indien correct gebruikt, een meerwaarde zijn bij het stimuleren van de leesvaardigheden van kinderen. In de sessie gaan we dieper in op de mogelijkheden van het toestel en krijg je praktische tips om leerlingen te begeleiden. Je bekijkt leuke apps en gaat naar huis met een rugzak vol ideeën.
(deze sessie is geschikt voor leerkrachten lager onderwijs 1ste en 2de graad, zorg- en ICT-coördinatoren)

Koffiepauze (14.05 - 14.20 uur)

14.20 - 15.35 uur: Keuzesessie reeks 3
3.01 Aan de slag met kamishibai
Inge Umans gaf verschillende jaren les in het basisonderwijs; momenteel komt ze nog projectmatig in scholen (met kamishibai en met ‘boekenkasten’). Inge recenseerde voor o.a. pluizer & pluizuit, voert nieuwe titels in op boekenzoeker.org en maakt lessuggesties op leesplan.nl. Ze is grote liefhebber van kamishibai en schreef hier een praktisch handboek over: “Aan de slag met kamishibai”.

In deze sessie word je meegenomen naar de oorsprong van kamishibai en ervaar je zelf de magische en verbindende kracht hiervan. We zoomen in deze sessie extra in op het gebruik van kamishibai bij anderstalige nieuwkomers: hoe kamishibai bijdraagt tot woordenschatverruiming, taalactivering en leesplezier.
(deze sessie is geschikt voor leerkrachten (buitengewoon) kleuter- en lager onderwijs)

3.02 Leesstrategieën oefenen met Nieuwsbegrip
Jan T’Sas, praktijkassistent Nederlands in de lerarenopleiding en docent Taal en Leren aan de Universiteit Antwerpen, coördinator van Nieuwsbegrip Vlaanderen. Expertise als leraar tso-bso, wetenschappelijk onderzoeker bij Karel de Grote Hogeschool.

Begrijpend lezen is een zorgenkindje geworden: de leerlingen doen het niet zo graag en ook niet meer zo goed en teksten zijn vaak niet aangepast aan de actualiteit of aan hun leefwereld. Bovendien verwerven leerlingen onvoldoende de moeilijkere leesstrategieën, zoals een tekst samenvatten of verbanden leggen… De remedie is daarmee gegeven: werken met actuele teksten op verschillende leesniveaus, meervoudige intelligentie aanspreken en regelmatig en gericht leesstrategieën oefenen waarvan wetenschappelijk bewezen is dat ze werken.

Deze sessie omvat theorie, observatie, discussie en praktische oefeningen:

  • Inzoomen op de didactiek van begrijpend lezen: welke leesstrategieën werken effectief? Wat is de impact van modellerend lesgeven? Wat bepaalt het niveau van een tekst voor het leesbegrip? Hoe differentiëren?
  • Introductie Nieuwsbegrip: wekelijks teksten over een actueel onderwerp met opdrachten en instructies voor de leraar. Werken met stappenplan, woordhulp, leesstrategieën, denkactiviteiten, tools voor het digibord, filmpjes… Differentiëren via twee of drie leesniveaus.

(deze sessie is geschikt voor leerkrachten lager onderwijs 2de en 3de graad)

3.03 Hoe voorleesgedrag van eentalige en anders- of meertalige ouders onder de loep nemen
Charlotte Mostaert is logopedist en werkt als docent en onderzoeker aan de opleiding Logopedie en Audiologie van Thomas More. Ze is ook coördinator van het postgraduaat Meertaligheid voor logopedisten.

Voorlezen is belangrijk voor de taalontwikkeling van kinderen. Hun woordenschat groeit, het stimuleert de sociale ontwikkeling en bevordert het schools presteren. Daarenboven versterkt het de relatie tussen ouder en kind. Zijn alle ouders zich echter bewust van deze voordelen? Lezen ouders uit meertalige gezinnen evenveel voor als eentalig Nederlandstalige ouders?

Uit resultaat van een onderzoek (naar het voorleesgedrag van eentalige en anders- of meertalige ouders van kleuters uit Groot-Antwerpen-Bachelorproef Alanis Mariën) blijkt dat veel ouders voorlezen aan hun kinderen, maar dat het toch belangrijk blijft om ouders te stimuleren om vroeg en regelmatig voor te lezen. Als eentalige en meertalige ouders meer ingelicht worden over het nut van voorlezen in functie van taalstimulering, zouden ouders aangezet worden om meer voorleesmomenten in te plannen.

De resultaten van dit onderzoek worden gekoppeld aan een boekenproject dat uitgevoerd werd in Freinetschool De Regenboog in Turnhout. 

Je leert o.a. meertalige voorleessessies uitwerken in samenwerking met ouders.
(deze sessie is geschikt voor leerkrachten en zorgcoördinatoren kleuteronderwijs)

3.04 Lezen op de iPad
Peter Saenen, lerarenopleider ICT en wereldoriëntatie basisonderwijs Karel de Grote-hogeschool. Opleidingscoördinator met een helikopterperspectief. Mediawijs met een sterke didactische focus.

“Kinderen kunnen niet meer lezen, en dat is allemaal de schuld van die helse tablets!” Tijdens deze sessie ontkrachten we (gedeeltelijk) deze stelling. Een iPad kan, indien correct gebruikt, een meerwaarde zijn bij het stimuleren van de leesvaardigheden van kinderen. In de sessie gaan we dieper in op de mogelijkheden van het toestel en krijg je praktische tips om leerlingen te begeleiden. Je bekijkt leuke apps en gaat naar huis met een rugzak vol ideeën.
(deze sessie is geschikt voor leerkrachten lager onderwijs 1ste en 2de graad, zorg- en ICT-coördinatoren)

3.05 Speels en toch effectief werken aan een betere leesstart voor alle kleuters uit de derde kleuterklas
Christel Van Vreckem is Master in de Logopedie, lector leerstoornissen aan de opleiding logopedie en audiologie, afstudeerrichting logopedie van de Arteveldehogeschool uit Gent. Ze is tevens hoofdpromotor van het ODC leer+, het Onderzoeks- en Dienstverleningscentrum omtrent ‘Specifieke onderwijsbehoeften’ van de Arteveldehogeschool. Sinds een paar jaar doet zij praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek naar begrijpend lezen, spelling en voorbereidende lees- en spellingvaardigheden.

In Vlaanderen wordt in de kleuterklas dagelijks gewerkt aan voorbereidende lees- en spellingvaardigheden. In deze sessie denken we na over welke voorbereidende lees- en spellingvaardigheden we als leerkracht in de kleuterklas stimuleren en hoe wij dit concreet doen. In deze sessie wisselen we af tussen zelfreflectie, theorie en goede praktijkvoorbeelden om het fonologisch bewustzijn, het voorbereidend lezen en het voorbereidend schrijven speels en toch effectief te stimuleren. We staan ook stil bij de kwaliteitsvolle interacties en de kracht van feedback en hoe we de leeromgeving efficiënt(er) kunnen benutten om deze voorbereidende vaardigheden functioneel te stimuleren.
(deze sessie is geschikt voor leerkrachten en zorgcoördinatoren kleuteronderwijs)

3.06 Taalontwikkeling, begrijpend luisteren, ontluikende geletterdheid en zelfsturing stimuleren via voorlezen
Fons Exelmans is gewezen opleidingsverantwoordelijke van de banaba’s buitengewoon onderwijs en zorgverbreding en remediërend leren in Limburg/coach van/voor leerkrachten en scholen.

Een waardevolle kapstok voor een effectief taalbeleid in de kleuterschool is, volgens ons, de manier waarop we aan onze kleuters voorlezen. Welke manier? Als dat wekelijks, interactief, hardop denkend, in kleine groep - met een gradatie in bijwijzen en functioneel gebeurt - hebben we een krachtige tool voor spoor één. Wanneer daaraan pre-teaching en herhaling gekoppeld worden, zitten we goed voor spoor twee. Bijkomend kan op spoor twee de voorschotbenadering ingezet worden voor kleuters die daaraan nood hebben. Tijdens de sessie wordt het geheel gekaderd en veel voorgedaan. Nadien wordt er geoefend. Aan de deelnemers wordt gevraagd een voorleesverhaal mee te brengen dat op dat moment in de klas gebruikt wordt.
(deze sessie is geschikt voor leerkrachten kleuteronderwijs en buitengewoon kleuter- en lager onderwijs 1ste graad, zorgcoördinatoren, directies en beleidsmedewerkers)

3.07 Zin en onzin van leestoetsen
Lieven Coppens is onderwijzer en klinisch ontwikkelingspsycholoog. Hij heeft jarenlange ervaring met leer- en ontwikkelingsstoornissen. Lieven is eigenaar van de Nieuwsbrief Leren, auteur van het boek ‘AVI-binnenstebuiten’, gecertificeerd trainer ‘Leren zichtbaar maken’.

Moet je het leesniveau van (alle) leerlingen toetsen? Niet als het resultaat daarvan is dat je de leerlingen terroriseert met het behalen van een steeds hoger leesniveau. Wel als je te weten wil komen wat de zwakke lezers nodig hebben om te (kunnen) groeien in hun lezen. Het is een feit dat de leesontwikkeling veel langer doorloopt dan de periode die gedekt wordt door de oude AVI-leeskaarten van 1994.

In deze sessie gaan we dieper in op de stelling dat leestoetsen slechts zinvol zijn als ze de basis vormen van de groei van de individuele leerling. Waar de leesontwikkeling vlot verloopt, hoeft er niet noodzakelijk getoetst worden. Waar toetsen nodig is, pleiten we ervoor om recente en goed genormeerde toetsen te gebruiken die toelaten om de groei van leerlingen over de grenzen van alle leerjaren in kaart te brengen.

Daarnaast geven we concrete tips hoe je de leesontwikkeling van alle leerlingen kunt bevorderen door hun eigenaar te maken van hun leesproces.
(deze sessie is geschikt voor leerkrachten lager (buitengewoon) onderwijs, zorgcoördinatoren, directies en beleidsmedewerkers)

3.08 Lezen in de startblokken: verkennen, automatiseren én motiveren
Dr. Astrid Geudens is verbonden aan de lerarenopleiding van Thomas More en werkzaam in de onderzoeksgroep taal- en leesdidactiek van de lerarenopleiding en opleiding logopedie en audiologie van Thomas More. Vanuit haar onderzoekswerk over fonologische vaardigheden bij jonge kinderen en aanvankelijk lezen aan de UA maakte ze de brug naar praktijkgericht onderzoek. Verder werkt ze mee als adviseur en hoofdauteur aan methodes voor kleuteronderwijs en aanvankelijk lezen.

Leren lezen doet een nieuwe wereld opengaan en dat blijft. Er kan dan ook niet genoeg aandacht zijn voor een goede leesstart. Die basis ligt reeds in de jaren voordien. Maar hoe breng je kinderen tot de wereld van klanken en letters op een effectieve manier én een manier die bij jonge kinderen past? Wat speelt er zich af in het hoofd van een kind dat leert lezen en hoe ondersteunen we dit proces zodat kinderen vlot woorden en teksten leren lezen en dit ook graag doen. Al ligt de focus hierbij op technische vaardigheden, de sessie maakt duidelijk hoe sterk ze verbonden zijn met begrip, expressie en beleving. Inzichten vanuit wetenschappelijk onderzoek worden vertaald in concrete tips en adviezen voor didactiek, preventie en interventie. Op weg naar beter en liever lezen.
(deze sessie is geschikt voor leerkrachten uit het kleuter- en lager 1ste graad (buitengewoon) onderwijs en zorgcoördinatoren)

3.09 Ik kan wél lezen! Samen leesmoeilijkheden aanpakken
Ria Van den Eynde studeerde taal– en letterkunde aan UA en doceert didactiek Nederlands aan studenten Lager Onderwijs (KDG). Verder verzorgt ze ook de module ‘Hardnekkige lees-en spelproblemen‘ aan studenten Banaba Zorgverbreding. Haar interesse gaat uit naar het zoeken van goed theoretisch onderbouwde werkvormen die kinderen brengen tot (leren) lezen en tot het ontdekken van  jeugdliteratuur. Kinderen met leesmoeilijkheden toch aan het lezen te krijgen, is hierbij een belangrijke uitdaging.

Door het (blijvend) worstelen met technisch lezen komen sommige leerlingen niet tot leesbegrip en liggen demotivatie en frustratie op de loer. Hoewel zij houden van verhalen en leergierig zijn, laten zij lesmateriaal liever links liggen.

In deze sessie focussen we op wat leerlingen wel kunnen en zoeken we vanuit deze sterktes naar andere toegangswegen om hen tot (beter) lezen te brengen. Concreet besteden we aandacht aan:

  • de kracht van én schrijven én lezen;
  • het werken met extra visuele en motorische ondersteuning;
  • het aanbieden van routines;
  • het aanbieden van functionele en motiverende lees- en/of schrijfopdrachten waarin het technische aspect van lezen verstopt zit en waaraan een leerling plezier beleeft.

In het aanbod worden aspecten van  methodes als Connect, Taal in blokjes, Flits, Grip op lezen, Bliksemlezen, de Alfabetcode, Begeleid hardop lezen, Tijgerlezen, enz. verwerkt.
(deze sessie is geschikt voor leerkrachten lager onderwijs en zorgcoördinatoren)

 

 

 

Doelgroep

Leerkrachten kleuter- en lager onderwijs, zorgcoördinatoren, directies, beleidsmedewerkers.

Rondes

10:50 - 12:05 Keuzesessie reeks 1
12:50 - 14:05 Keuzesessie reeks 2
14:20 - 15:35 Keuzesessie reeks 3

Praktisch

De code van deze studiedag is 18/BAS/032
Deze studiedag vindt plaats op 27-09-2018 in Universiteit Antwerpen, Campus Drie Eiken, Universiteitsplein 1, 2610 Wilrijk, gebouw Q, parking P4.
Jouw bijdrage: 100 EUR.


Dranken, broodjesmaaltijd en syllabus zijn inbegrepen in de deelnameprijs van deze studiedag. Het aantal deelnemers is beperkt. Schrijf dus tijdig in!


Inlichtingen bij: Tamara Bonne, 03 265 29 89, tamara.bonne@uantwerpen.be